Doorgaan naar hoofdcontent

De invordering van achterstallige betalingen: welke bedragen kan u eisen van uw schuldenaar anno 2023?

Wanneer uw onderneming geconfronteerd wordt met ondernemingen of particulieren die hun facturen niet betalen, dan kan u die facturen invorderen aan de hand van een ingebrekestelling of dagvaarding. Dit kan u eventueel door een advocaat laten doen. De advocaat zal vervolgens berekenen hoeveel kosten de schuldenaar bovenop het factuurbedrag zal moeten betalen.

De invordering bestaat in principe uit vier delen:

1.       De hoofdsom

De hoofdsom is het openstaande bedrag inclusief BTW, terug te vinden onderaan de factuur.

2.       Redelijke schadeloosstelling

 

De wet van 2 augustus 2002 over de betalingsachterstand bij handelstransacties voorziet de mogelijkheid om bovenop de hoofdsom een redelijke schadeloosstelling te vragen.


Dit mag een percentage of een vast bedrag zijn. Kiest u voor een percentage hoger dan 10%, dan zullen de rechtbanken dit in de praktijk herleiden naar 10%. 


Bent u een onderneming, dan kan u de schadeloosstelling al voorzien in uw algemene voorwaarden.


De schadeloosstelling kan in principe enkel worden gevorderd van andere ondernemingen en niet van particulieren, tenzij het beding wederkerig is, d.w.z. dat de onderneming er zichzelf toe behoudt om ook aan de particulier een schadeloosstelling te betalen in geval zij zelf een achterstallige schuld heeft. In de praktijk komt dit voor, maar worden deze bedingen wel eens “vergeten” door de gerechtsdeurwaarder.

 

3.       Wettelijke interest

Ook wettelijke interesten mogen aangerekend worden bovenop de factuur. De wettelijke interest wordt berekend op de hoofdsom, m.a.w. de schadeloosstelling niet meegerekend.

Welke interestvoet u mag hanteren is afhankelijk van het jaar waarin de schuld is ontstaan en wie de schuldenaar is:

Tussen ondernemingen (de zogenaamde handelstransacties) bedraagt de interestvoet op schulden ontstaan in het eerste semester van 2023 bijvoorbeeld 10,5% (wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties, ten uitvoer van de richtlijn 2000/35/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 juni 2000). Naar particulieren toe geldt een wettelijke interestvoet van 5,25% in 2023.

Wettelijke interestvoeten veranderen continu. Bij een betalingsachterstand die over meerdere jaren loopt moet men de berekening dus splitsen voor elke periode met een nieuwe interestvoet. In 2022 ging het namelijk nog om 8% voor ondernemingen en 1,50% voor particulieren. Zie het voorbeeld hieronder.

4.       Invorderingskosten

Volgens art. 4 van de wet tot wijziging van de wet van 2 augustus 2002 betreffende de bestrijding van de betalingsachterstand bij handelstransacties kan een onderneming een bijkomend bedrag van 40 euro vragen ter invorderingskost.

Mag de advocaat deze kost op elke afzonderlijke factuur aanrekenen? Hier zijn een aantal argumenten voor. Ook de redelijke schadeloosstelling wordt namelijk op elke afzonderlijke factuur aangerekend (G.L. BALLON en I. SAMOY, De factuur en verwante documenten, Brugge, Vanden Broele, 2008, 160-161, nr. 184 e.v.). Wanneer er bovendien meer tijd tussen de invorderingen van de verschillende facturen zit, wordt de invorderingskost normaliter ook op elke afzonderlijke factuur aangerekend, dus waarom ook niet op facturen die louter samen in één ingebrekestelling worden ingevorderd? Het is in ieder geval niet verboden bij wet.

Een voorbeeld van een invordering van een factuur uit de praktijk:

BV X heeft op 26/08/2023 nog een openstaande factuur van 20/12/2022 met een hoofdsom van 1.000,00 EUR ten aanzien van BV Y. In de algemene voorwaarden is er een schadeloosstelling van 5% voorzien,  met een minimum van 100,00 EUR en interesten van 20%. Kan dit zomaar? In haar ingebrekestelling verleent BV X een betalingstermijn van 7 kalenderdagen.

Hoofdsom: 1.000,00 EUR

Redelijke schadeloosstelling: 100,00 EUR

Interesten

20/12/22 - 31/12/22: 8% op hoofdsom: 80,00 EUR

01/01/23 - 03/09/23: 10,5% op hoofdsom: 105,00 EUR

Redelijke schadeloosstelling: 40,00 EUR

Totaal: 1.325,00 EUR

Zoals je kan zien zal de forfaitaire schadeloosstelling van toepassing zijn, aangezien 5% van 1.000 euro slechts 50 euro is en de onderneming minimaal 100 euro heeft bedongen. De berekening van de interesten wordt gesplitst per jaar dat de interestvoet verandert. Hij gebeurt ook tot en met 03/09/2023 aangezien de schuldeiser nog 7 dagen verleent bovenop de invorderingsdatum van 26/08/2023.


Reacties

Populaire posts van deze blog

Bewarend beslag onder derden: effectieve betaling na schuldenarenverklaring vereist een uitvoerend beslag onder derden

Bewarend beslag onder derden, wat is dat? Wanneer een schuldeiser een uitvoerbare titel heeft bekomen ten aanzien van zijn schuldenaar, heeft hij de mogelijkheid om beslag te laten leggen in handen van deze schuldenaar, maar ook op alle schuldvorderingen die deze schuldenaar heeft ten aanzien van derden (art. 1445 e.v. Ger.W.). Een schuldenaar van de hoofdschuldenaar worden daarom een derde-beslagene genoemd. Hij of zij dient een schuldenaarsverklaring af te leggen (art. 1452 Ger.W.), en indien hij of zij nalaat dit te doen, kan hij of zij schuldenaar worden verklaard van de volledige oorzaak en de kosten van het beslag (art. 1456, eerste lid Ger.W.; zie ook Antwer­pen, 10 juni 2015, NJW 2016, afl. 12, 547-549, nr. 345). De oorzaak slaat op de rechtsverhouding tussen de schuldeiser en de hoofdschuldenaar. De derde-beslagene wordt in geval van nalatigheid inzake de schuldenarenverklaringen in theorie rechtstreeks schuldenaar voor alle schulden van de hoofdbeslagene ten aanzien van...

Behoudt u de garantie op uw wagen na herstel door een onafhankelijke garagist?

Stel, u koopt een wagen bij een erkende garagist, maar na enige tijd vertoont de wagen een gebrek. U laat dit herstellen door een onafhankelijke garagist naar keuze. Heeft u dan nog recht op de wettelijke garantie die u geniet bij het kopen van een wagen? Autohandelaren werpen in geval van een gebrek aan de wagen wel eens op dat, als de koper de wagen heeft laten nakijken of herstellen door een andere garagist dan degene die zij zelf aanduidden, de garantie op de wagen vervalt, om daarop te weigeren om de wagen kosteloos te herstellen. Aangezien het nationaal recht ons hierover in de steek laat, is het antwoord te zoeken in de Europese regelgeving en meer bepaald in het consumentenrecht. Dit bepaalt dat de koper de garantie behoudt, zelfs wanneer hij het gebrek aan zijn wagen al liet herstellen door een onafhankelijke hersteller. Dit volgt uit overweging 17 en art. 4, eerste lid, b), i) en d), van verordening (EEG) nr. 1400/2002 betreffende de toepassing van artikel 81, derde lid, va...