Bewarend beslag onder derden: effectieve betaling na schuldenarenverklaring vereist een uitvoerend beslag onder derden
Bewarend beslag onder derden, wat is dat? Wanneer een schuldeiser een uitvoerbare titel heeft bekomen ten aanzien van zijn schuldenaar, heeft hij de mogelijkheid om beslag te laten leggen in handen van deze schuldenaar, maar ook op alle schuldvorderingen die deze schuldenaar heeft ten aanzien van derden (art. 1445 e.v. Ger.W.).
Een schuldenaar van de hoofdschuldenaar worden daarom een derde-beslagene genoemd. Hij of zij dient een schuldenaarsverklaring af te leggen (art. 1452 Ger.W.), en indien hij of zij nalaat dit te doen, kan hij of zij schuldenaar worden verklaard van de volledige oorzaak en de kosten van het beslag (art. 1456, eerste lid Ger.W.; zie ook Antwerpen, 10 juni 2015, NJW 2016, afl. 12, 547-549, nr. 345). De oorzaak slaat op de rechtsverhouding tussen de schuldeiser en de hoofdschuldenaar. De derde-beslagene wordt in geval van nalatigheid inzake de schuldenarenverklaringen in theorie rechtstreeks schuldenaar voor alle schulden van de hoofdbeslagene ten aanzien van de schuldeiser, ongeacht het bedrag van zijn eigen schuld (zie K. WAGNER, ‘Bewarend beslag onder derden’ in X, Gerechtelijk recht. Artikelsgewijze commentaar met overzicht van rechtspraak en rechtsleer, I, Deel V, Titel III, Hfdst. IV, Ger. W. Art. 1456-1 - Ger.W. Art. 1456-13, (225) 234, nr. 6; Antwerpen (3ebis k.) 14 september 2010, P&B 2011, afl. 5-6, 213). Alleen overmacht kan de derde-beslagene bevrijden van zijn verplichtingen. Slechts uitzonderlijk en met gegronde redenen wordt de derde-beslagene slechts schuldenaar verklaard voor een deel van de oorzaak, bijvoorbeeld wanneer de schuldenaarsverklaring slechts laattijdig was, in combinatie met een gebrek aan kwade trouw of bedrog (Brussel 25 januari 2002 (9e k.), JT 2002, afl. 6071, 735).
Echter, deze sanctie van schuldenarenverklaring kan niet gezien worden als een uitvoerbare titel om een effectieve betaling te bekomen (Cass. 4 oktober 2001, C.99.0098.N; Beslagr. Brussel 23 december 2016, NJW 2017, afl. 361, 328, noot A. MEUWISSEN). Het vonnis tot schuldenaarsverklaring heeft enkel tot gevolg dat de derde als schuldenaar van de oorzaken en kosten van het beslag wordt ‘verklaard’. Effectieve betaling bekomen is niet mogelijk, omdat er (nog) geen uitvoerbare titel bestaat ten aanzien van de hoofdbeslagene. De sanctie in art. 1456 Ger.W. heeft dus geen indemnitair karakter (Gent 22 maart 2018, NJW 2018, 548). Het strekt er niet toe de schade die de schuldeiser door het verzuim heeft geleden daadwerkelijk te vergoeden. In het beschikkend gedeelte van het vonnis zal er uitdrukkelijk vermeld staan dat de derde-beslagene schuldenaar wordt verklaard en niet dat hij gehouden wordt tot betaling (Beslagr. Antwerpen, 20 maart 2018, onuitg.).
Om
effectieve betaling te bekomen is een uitvoerend beslag onder derden vereist.
Het bewarend beslag moet dus worden omgezet in een uitvoerend beslag opdat de
derde-beslagene kan veroordeeld worden tot betaling (art. 1489-1493 Ger.W.; zie
ook Beslagr. Antwerpen, 20 maart 2018, onuitg.).

Reacties
Een reactie posten